RELIGIEUZE GEDICHTEN

 

De gedichten van Inge Lievaart zijn vol verlangen om God te zien en zijn stem te horen. Op het ritme van de adem verdicht zij haar relatie met God – een relatie die van God uitgaat, lokkend en aandringend om te luisteren naar zijn roepstem. Gods liefde wint, ook al wijzen alle tekenen op het tegendeel. ‘Geen donker is zo dicht, geen vallen gaat zo diep, of Hij is daar.’

 

 

EEN STEM DRONG TOT MIJ DOOR

 

Een stem drong tot mij door

een roepen ongekend

van overredend smeken

tot fel als spechtensnavel

een opening zich sprekend

een nest in mijn gehoor

 

een stem drong tot mij door

een roep van overver

een woord van nadering

een fluistering vlakbij

een ademtocht van liefde

 

  

 

IN DE STILTE

 

In de stilte

waarbinnen mijn luisteren rust

als een ei in de innigheid van het nest

de inbreuk opeens van geluid

uit iets als een mond

een grote mond van verzet

een woedende babelstorm

 

wel hevig te horen

maar tevergeefs:

de vrucht van de stilte

de spelende vrede

is al geboren

 

 

 

EN TOCH

 

Niet te bevatten

noch uit te leggen hoe

ondanks het vele dat weerspreekt

toch de zekerheid duurt

van het grote omvangende

van een vastheid die draagt

 

hoe het verwonderde hart

nog bij het uiterste tekort

een onzichtbaar surplus beaamt

een antwoord ongehoord

helderheid buiten verklaring om

een goedheid groter dan voor ogen

niet te bevatten

en toch

 

  

 

HOE ANDERS

 

Hoe zou het anders moeten

geen vleugels

alleen maar voeten

alleen twee

dan ze een voor een verzetten

stap voor stap de grond ontmoeten

zonder wortels

maar niet los

 

hoe zou het anders moeten

wandelen met God

 

(uit: Gerucht van leven; Verzamelde gedichten, Kok, Utrecht 2013)

 

 

 

DOOR EEN STEM

 

Genoemd met een naam en geroepen

door een stem van buiten mijn horen

een opening in mij sprekend

een zilveren fluistering wordend

in het innigste van mijn ik

 

Genoemd met een naam en geroepen

om een stem te zijn een getuige

met handen en voeten sprekend

de fluistering te vertalen

van water in het versteende

 

 

 

DE STRIJD TUSSEN HET NEE EN HET JA

 

Er is een macht die nee zegt

zich hult in duisternis

om sluipend te ontluisteren

wat aan geluk nog bloeit

 

gebalde anti-macht

die zelfs de kleinste goedheid

belaagt met vals venijn

dat woekert en vernietigt

tot al het zachte hard is

van leven leeg zal zijn

 

 

Er is een macht die ja zegt

het ja dat alles schiep

licht uit het duister riep

ook ons de adem gaf

 

de ja-wil van de liefde

broedvogel van bewaring

die nog de kleinste goedheid

het aarzelendste worden

met warm geduld behoedt

tot al het harde zacht is

het leven heel zal zijn

 

wie tot die liefde ja zegt

hoe ook het nee nog woedt

is diepin onaantastbaar

een ja voorgoed

 

 

 

HIJ IS DAAR

 

Geen donker is zo dicht

geen vallen gaat zo diep

of Hij is daar

een glimp van licht

gebaar dat draagt

 

 

 

EENKENNIG

 

Levenslang dit reiken

zelfs vanuit geluk

richting naar nog verder

dieper hoger rijker

door geen droom te lokken

want een stem gehoord

want een roep vernomen

 

strekken in verlangen

naderbij te komen

in te gaan in zien

 

 (uit: Tot al het harde zacht is, 2006; Verzamelde gedichten, Kok, Utrecht 2013)

 

 

 

TALEN NAAR

 

Er is een kennen in de geest

dat steeds weer tast naar woorden

voor wat niet te benoemen is

 

een stamelen nochtans

tracht tot dit kennen in te gaan

en woord te worden tot beamen

en peilen van de diepte

die draagt

als ook de hoogte van het welven

dat bewaart

 

het blijft bij talen naar

en duidingen die niet voldoen

 

voor het innigste kennen

schiet het woord tekort

 

de zucht van ontzag

weegt genoeg

 

(uit: Verzamelde gedichten, Kok, Utrecht 2013)