HAIKU

 

De haiku die Inge Lievaart schreef geven een korte natuurimpressie en hebben een mystieke inslag. Wat is heiliger dan de zang van een vogel, een bloem in het zonlicht of een kring in stil water? In zeventien lettergrepen worden klein en groot met elkaar verbonden. Het eeuwige wordt zichtbaar in het moment.

 

 

Regen aan de ruit

fluistert een waterverhaal

ruizelt mij in slaap

 

 

Leeg nu het landschap

in de leeggewaaide boom

leeg het vogelnest

 

 

Zoelte na regen

de geurwolk van de meidoorn

als aan te raken

 

 

Zonlicht breekt de mist

en uit ieder druppeltje

springt een schitterflits

 

 

Iets als prevelen

waar water raakt aan water:

de regen komt thuis

 

 

Dieper het bos in

steeds aandachtiger worden

de stilte horen

 

 

Stilte ervaren –

maar bij bewust luisteren

duizend geluidjes

 

 

De fuut komt boven

de helle drup aan zijn snavel

trilt en valt terug

 

 

Onder de dakgoot

oefent een zwaluworkest

de kwettercadans

 

(uit: De binnenkant van het zien, 2007; Verzamelde gedichten, Kok. Utrecht 2013)

 

 

 

 

 

TANKA

 

Tanka (‘het korte lied’) is een van de oudste Japanse dichtvormen: bekend sinds bijna vijftien eeuwen en nog steeds toegepast. Tanka is een spontane gevoelsuiting die verbonden raakt met een natuurbeeld of sfeeraanduiding, met geuren en geluiden om je heen. Het gedicht telt 5 regel van 5-7-5-7-7 lettergrepen. Na de derde regel vindt doorgaans een omslag plaats die de twee gedeelten met elkaar in spanning brengt. Het evocatieve vermogen van tanka ligt besloten in enkele pregnante beelden en vooral de betrekking daartussen – daar waar het om emoties gaat.

 

 

Het schrijft wit op zwart

laat al het zwart verdwijnen

dit wit ochtendlicht

geen lied dat zo gaat leven

als dit door licht geschreven

 

 

De koekoek vlakbij

te horen maar niet te zien

de koekoek veraf –

mijn hart was in mijn horen

jij was niet in jouw woorden

 

 

De waterspiegel

die even door regen brak

weerkaatst al weer licht –

het hart dat brak door verdriet

herstelt zo natuurlijk niet

 

(uit: Zien hoe het spiegelt, 1998; Verzamelde gedichten, Kok. Utrecht 2013)